Voorwoord
Dit is alweer de derde nieuwsbrief over de transformatie van JeugdhulpPlus. In deze editie wordt vooral ingezoomd op het proces voordat een jongere bij de gesloten jeugdhulp belandt, en de mogelijke alternatieven. Onderwerpen die mij nauw aan het hart liggen.
Als interim-beleidsadviseur voor de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland-Zuid richt ik mij op de bovenregionale ontwikkelingen rondom JeugdhulpPlus. Zo ben ik samen met mijn collega Jolijn de Win bezig met een plan van aanpak rondom de ontwikkeling van alternatieven.
Ik vind het mooi om hierbij betrokken te zijn. Temeer, omdat ik jaren geleden, toen de provincie nog de jeugdhulp uitvoerde, voor de provincie Zuid-Holland de eerste stappen naar de Jeugdhulpplus heb meegemaakt. Toen werden jongeren die een gevaar waren voor zichzelf of hun omgeving nog opgesloten in een justitiële jeugdinrichting. Daar zaten ze dan, samen met strafrechtelijk geplaatste jongeren, zonder de hulp die ze werkelijk nodig hadden. Onnodig te zeggen dat daar niemand beter van werd.
Gelukkig zijn wij inmiddels een behoorlijk aantal stappen verder. In onze visie, en in onze aanpak van complexe hulpvragen van jongeren. Waar vroeger vooral het model van repressie werd aangehangen, is men nu gaan inzien dat het meer helpt om te kijken waaróm een jongere zover is gekomen. We weten steeds beter wat er nodig is om de opgelopen trauma’s te behandelen, en kunnen inmiddels kiezen uit steeds meer alternatieven.
Ik beweer niet dat we er klaar voor zijn om de gesloten jeugdhulp helemaal los te laten. Zover zijn we helaas nog niet. Wel zie ik dat we stap voor stap dichterbij ándere oplossingen komen. Hoe mooi is het om steeds meer alternatieven te zien met goede, soms creatieve, uitgangspunten.
Het is vaak niet haalbaar om de duurzame ontwikkeling en uitvoering van zulke alternatieven bij één partij neer te leggen. Juist het meer in samenhang aanbieden en ondersteunen vanuit de gemeente, onderwijs, en zorgaanbieders maakt de kans groter dat goede alternatieven voor JeugdhulpPlus een blijvende plaats in het begeleidingsaanbod kunnen krijgen. En dat blijkt, tot mijn vreugde, steeds vaker te gebeuren.
Het creëren van goede alternatieven en het verkleinen van groepen met veel intensieve zorg zal echt niet voordeliger zijn dan de ‘oldschool’ JeugdhulpPlus. Maar ik geloof er absoluut in dat, wanneer je vroegtijdig signaleert en dan de juiste hulp biedt, zich dit later dubbel en dwars uitbetaalt. Je krijgt zelfstandige jongeren die in de volwassen maatschappij hun plekje wel weten te vinden. Dat scheelt op de langere termijn veel langdurige zorg- en begeleidingskosten – en dan heb ik het nog niet over het menselijk leed.
Ik wens u veel inspiratie en leesplezier!
Hans de Bruin
interim-beleidsadviseur voor de Serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland-Zuid